Fokadvies
Het Fokadvies heeft tot doel de kwaliteit, de bekendmaking en de verbetering van het ras te bevorderen.
Het doel van de fokker moet zijn om steeds betere nesten voort te brengen, elk nest moet zorgvuldig gepland worden. Er mag niet gefokt worden met gekende lijders en gekende dragers van erfelijke ziekten. De ouderdieren moeten vrij zijn van dominante en gekende recessieve erfelijke afwijkingen wat betreft ziekten en zichtbare gebreken. Afstammelingen in eerste lijn van gekende lijders en afstammelingen in eerste lijn van gekende dragers van erfelijke ziekten kunnen niet ingezet worden voor de fok (m.u.v. SM/CM), tenzij door een DNA-test kan aangetoond worden dat zij het gen van deze erfelijke ziekte niet bezitten en dus ook niet kunnen overdragen. De ouderdieren moeten goed zijn van karakter en kwaliteit, en voldoen aan de standaard van het ras.
Teven mogen niet gedekt worden vóór de leeftijd van 18 maanden en de reuen mogen er niet dekken voor de leeftijd van 12 maanden, er zijn specifieke maatregelen hieromtrent voor de de grote grijze keeshond en voor de Dwergkees/Pomeranian.
Teven ouder dan 8 jaar,zijn niet meer toegelaten voor de fok. De teef mag maximum één nest per jaar per jaar hebben, waarop er een periode van 12 maanden rust volgt. Er moet telkens minimum één loopsheid worden overgeslagen. Een teef mag maximum 4 nesten krijgen. Ter vergroting van het aantal genen mag er slechts 1x een herhalingsnest gebeuren.
Het is aangeraden het advies van een dierenarts in te winnen alvorens over te gaan tot de dekking van een teef dat reeds bevallen is bij middel van een keizersnede.
Het is aangeraden een zo groot mogelijke diversiteit aan dekreuen te gebruiken. Het is de verantwoordelijkheid van de fokker zich er van te vergewissen dat de gebruikte dekreu in goede conditie verkeert.
Specifieke maatregelen voor de Grote Spitz:
Er mag alleen gefokt worden met honden die HD-A (HD-vrij), HD-B (HD-overgang) of HD-C (lichte HD) hebben, De honden die een beoordeling HD-C hebben gekregen mogen alleen met HD-A of HD-B -partners fokken. Er mag niet worden gefokt met honden die een beoordeling HD-D of HD-E hebben gekregen. Een kopie van de resultaten van het HD-onderzoek dient naar het bestuur van de D.S.C.B. te worden gestuurd.
Specifieke maatregelen voor de Wolfspitz / Keeshond:
Teven en reuen kunnen slechts ingezet worden voor de fok vanaf de leeftijd van 2 jaar.
Er mag alleen gefokt worden met honden die PL 0/0, PL 0/1, PL 1/0, PL 1/1 hebben. De som van de PL graden van beide ouderdieren mag niet groter zijn dan 2 (vb. een PL1/1 hond mag enkel gecombineerd worden met een PL0/0 hond). Een kopie van de resultaten van het PL-onderzoek dient naar het bestuur van de D.S.C.B. te worden gestuurd.
Er mag alleen gefokt worden met honden die HD-A (HD-vrij), HD-B (HD-overgang) of HD-C (lichte HD) hebben, De honden die een beoordeling HD-C hebben gekregen mogen alleen met HD-A of HD-B -partners fokken. Er mag niet worden gefokt met honden die een beoordeling HD-D of HD-E hebben gekregen. Een kopie van de resultaten van het HD-onderzoek dient naar het bestuur van de D.S.C.B. te worden gestuurd.
Er mag alleen gefokt worden met honden die ED 0/0, ED 0/1, ED 1/0, ED 1/1 hebben. De som van de ED graden van beide ouderdieren mag niet groter zijn dan 2 (vb. een ED1/1 hond mag enkel gecombineerd worden met een ED0/0 hond). Een kopie van de resultaten van het ED-onderzoek dient naar het bestuur van de D.S.C.B. te worden gestuurd.
Het is ten zeerste aanbevolen de PHPT-test te laten uitvoeren, en NIET TE FOKKEN met honden (reuen en teven) die positief werden bevonden.
Specifieke maatregelen voor de Grote Spitz:
Teven en reuen dienen jaarlijks getest te worden op PRA. Lijders mogen nog steeds ingezet worden voor de fok.
Er mag alleen gefokt worden met honden die HD-A (HD-vrij), HD-B (HD-overgang) of HD-C (lichte HD) hebben, De honden die een beoordeling HD-C hebben gekregen mogen alleen met HD-A of HD-B -partners fokken. Er mag niet worden gefokt met honden die een beoordeling HD-D of HD-E hebben gekregen. Een kopie van de resultaten van het HD-onderzoek dient naar het bestuur van de D.S.C.B. te worden gestuurd.
Specifieke maatregelen voor de Middenslag Spitz, Kleine Spitz:
Er mag alleen gefokt worden met honden die PL 0/0, PL 0/1, PL 1/0, PL 1/1 hebben.
De som van de PL graden van beide ouderdieren mag niet groter zijn dan 2 (vb een PL1/1 hond mag enkel gecombineerd worden met een PL0/0 hond).
Een kopie van de resultaten van het PL-onderzoek dient naar het bestuur van de D.S.C.B. te worden gestuurd.
Bij het fokken met ouderdieren die accidenteel HD of PL opliepen, is tevens een schriftelijk bewijs van de dierenarts vereist.
Specifieke Maatregelen voor de Dwergkeeshond/Pomeranian:
Door de opmars van de ziektes syringomyelie (SM) en Chiari malformatie (CM), kunnen teven en reuen slechts worden ingezet in de fok vanaf de leeftijd van 3 jaar. (Zodra er meer geweten is rond de vererving, kan de leeftijd van de teven terug op 2jaar gezet worden.)
De ouderhonden dienen getest te worden op CM/SM alvorens te fokken. Dit op ten vroegste op 3 jaar. Beiden ouderdieren dienen SM vrij te zijn (categorie 1) en maximum CM graad 1 te hebben. Dit dient beoordeeld te zijn door een neuroloog.
Een kopie van de resultaten en beoordeling door de neuroloog dient naar het bestuur van de D.S.C.B. te worden gestuurd.
Er mag alleen gefokt worden met honden die PL 0/0, PL 0/1, PL 1/0, PL 1/1 hebben.
De som van de PL graden van beide ouderdieren mag niet groter zijn dan 2 (vb een PL1/1 hond mag enkel gecombineerd worden met een PL0/0 hond).
Een kopie van de resultaten van het PL-onderzoek dient naar het bestuur van de D.S.C.B. te worden gestuurd.
Bij het fokken met ouderdieren die accidenteel HD of PL opliepen, is tevens een schriftelijk bewijs van de dierenarts vereist.
GEZONDHEID:
Alle honden moeten gehouden worden in goede hygiënische omstandigheden. Eten, drinken en uitlaatmogelijkheden moeten steeds voorzien zijn. Er moet een regelmatige veterinaire controle zijn, en alle honden moeten voorzien zijn van de nodige inëntingen (titteren is eveneens toegestaan) en regelmatig ontwormd worden.
Voor de geestelijke gezondheid en de socialisatie van de pups is het nodig hen te laten opgroeien in de onmiddellijke omgeving van mensen, en niet afgezonderd van het dagdagelijkse leven.
REGISTRATIE:
Indien de nesten vermeld dienen te worden op de website of als er tussenkomst van de D.S.C.B. is vereist is het aangeraden de geboorte van de pups zo snel mogelijk te melden aan het bestuur.
Alle honden moeten geregistreerd worden in het Hondenstamboek van het land waar de fokker woont, en zij dragen zijn kennelnaam. Alle documenten en stambomen, welke in de aankoopprijs inbegrepen zijn, moeten aan de nieuwe eigenaars worden overgemaakt, alsook het inentingsboekje. De fokkers houden zelf een register van de dekkingen bij.
VERKOOP:
De eigenaars moeten zich er van verzekeren dat de toekomstige ouderdieren gezond zijn, de D.S.C.B. is niet verantwoordelijk voor de gezondheid van de aangeschafte pups, wel doen wij ons uiterste best fokkers te wijzen op de gezondheid van het ras en vragen wij fokkers die tussenkomst wensen transparant te zijn in de testresultaten. De toekomstige eigenaars moeten bij voorkeur gekend zijn vóór men overgaat tot de dekking. De pups mogen de fokker niet verlaten voor ze minstens 8 volle weken oud zijn binnen het land waarin de fokker woont en 15 weken naar het buitenland. De fokker moet in staat zijn pups, die niet verkocht werden, verder te verzorgen en te huisvesten.
Geen enkele fokker mag pups doorverkopen aan broodfokkers of commerciële handelaars. Daarnaast moet de fokker de degelijkheid en betrouwbaarheid van eventuele kandidaat-pupkopers zo grondig mogelijk onderzoeken.
Tussen de nieuwe pupeigenaar en de fokker wordt een verkoopcontract opgesteld in het belang van de hond en waarin beide partijen zich kunnen terugvinden.
De nieuwe eigenaars moeten door de fokker op de hoogte gebracht worden van alle belangrijke wetenswaardigheden van het ras. Tevens dienen zij door hem op de hoogte te worden gesteld van de gekende gezondheidsproblemen en de afwijkingen van de rasstandaard, in de lijnen van hun pup. Zij moeten steeds bij de fokker terecht kunnen om raad, steun en op diens ervaring.
De fokker moet zijn pups opvolgen met enerzijds het oog op een verantwoord fokbeleid, en anderzijds een controle op een verantwoord eigenaarschap. Hij moet de nieuwe hondeneigenaars raad geven over de opvoeding van hun hond in 't algemeen, er op wijzen op te ruimen achter hun hond op publieke plaatsen en hen leren dat ze hun hond steeds onder controle moeten hebben.
Het is wenselijk dat de fokker voeding voor minstens één week meegeeft om de eventuele progressieve overgang naar een andere voeding mogelijk te maken.
De fokker raadt de nieuwe eigenaars ook aan om lid te worden van de rasvereniging.
De D.S.C.B. mag op eender welk moment overgaan tot controle van nesten en stambomen.
Bij het bemiddelen van de pups wordt de voorrang verleend aan fokkers die werken volgens dit fokadvies.
Enkel de fokkers die werken volgens bovenstaand fokadvies kunnen hun geboorteberichten laten opnemen op de sociale media en website van de DSCB.
Situaties die niet voorzien zijn in dit fokadvies dienen aan het Bestuur van de DSCB te worden voorgelegd, ter beslissing in het belang van het ras.