Zwemmen en hydrotherapie
Vaak hoor je mensen zeggen dat elke hond kan zwemmen en dus ook zichzelf kan redden in het water. Maar hierbij horen een aantal kanttekeningen te worden gemaakt. Honden moeten, net zoals ons, leren zwemmen. Sommige rassen zijn gefokt voor waterwerk, zoals de New Foundlanders, Spaanse Waterhonden en Labradors. Labradors hebben zelfs zwemvliezen tussen de tenen. Hun lichaamsbouw en vachtstructuur is zeer geschikt om het water in te gaan. Maar er zijn ook rassen die meer moeite hebben met zwemmen juist vanwege hun vacht of lichaamsbouw. Denk hierbij aan rassen met een dikke ondervacht, zoals de Kezen. De vacht wordt te zwaar als de hond in het water ligt en trekt hem naar beneden. Honden met een lang lichaam en korte poten zullen veel oefening nodig hebben en honden met een korte snuit stuiten weer op andere problemen. Zwemmen is voor kortsnuiten ontzettend vermoeiend en ze kunnen door hun korte snuit ook niet genoeg zuurstof binnen halen. Boxers en Franse bulldogs bijvoorbeeld hebben zo’n zware voorhand dat ze dreigen kopje onder te gaan.